Bedenk van tevoren wat je wel en niet aan je kind wilt vertellen. Welke informatie kan je kind helpen en past bij de leeftijd? Je hoeft als ouder niet veel details te geven, het gaat om de hoofdlijnen. Vertel in je eigen woorden wat er aan de hand is. Je kan bijvoorbeeld uitleggen dat je hoofd soms voelt als een glas dat overstroomt, of dat er een achtbaar door je hoofd gaat. Vertel ook hoe jullie de psychische of verslavingsproblemen thuis kunnen noemen. Bijvoorbeeld een depressie, ziekte, verdrietige periode, niet lekker in je vel zitten of onrustig zijn. 

Leg daarnaast uit wat er aankomende tijd gaat gebeuren en wat je kind kan verwachten. Bijvoorbeeld dat je elke week met iemand gaat praten die jou helpt om je weer beter te voelen. Of dat je kinderen wat vaker bij opa en oma gaan logeren de aankomende tijd. Mogelijk moet je afspreken dat je kind minder vaak vriendjes mee naar huis kan nemen omdat je wat meer rust en tijd nodig hebt om te herstellen.

Lees eens één van de verschillende informatieboekjes en informatiekaarten speciaal voor kinderen (2-18 jaar) van ouders met psychische problemen of een verslaving. Deze boekjes kunnen helpen de juiste taal te vinden om met je kind te praten. Ze zijn te bestellen en gratis te downloaden in de webwinkel van het Trimbos-instituut.